LEIDERSCHAP

Mijn authenticiteit.
Mijn authenticiteit zit in mijn eenvoud en toegankelijkheid.
Die eenvoud is mijn eigen waarneming en gevoel. Ik sta niet boven iemand, voel me gelijkwaardig en hou niet van ingewikkelde processen en relaties. Diepgaande filosofische gesprekken zullen mij snel gaan vervelen en gesprekken over wat mij het diepste raakt of bezighoudt ervaar ik als moeilijk.
Collega’s, teamleden en anderen die mij kennen ervaren mij als toegankelijk. Ik sta open voor een gesprek en kan goed luisteren.

Ik ervaar beide wel als prettig al kan eenvoud ook leiden tot afzondering en vluchtgedrag.

Vrijheid
Wanneer ben jij opgestaan voor datgene waarin je gelooft?
Ik vind dit een moeilijke vraag om te beantwoorden omdat mijn 

carrière in het onderwijs niet voortkomt uit een speciale drang of oorsprong.Toevallig ben ik eerst in het speciaal onderwijs terechtgekomen en heb hier dus niet bewust voor gekozen. Wel heeft het kind dat extra zorg en begeleiding nodig heeft een speciaal plaatsje in mijn hart en ik wil er  voor dit kind zijn. 

Lef
Welke waarden vind jij belangrijk en heb je het lef om hier gestalte aan te geven?
Voor mij is ’welbevinden’ een belangrijke waarde dit geldt voor zowel mijzelf als de mensen en kinderen om mij heen.
Ik vind het belangrijk dat men zich prettig voelt in het werk en alles wat daarmee samenhangt. Ook voor de kinderen is het belangrijk dat ze het naar hun zin hebben op school en tevens een thuis hebben.
Voor mij zelf is het belangrijk dat ik het naar mijn zin heb op het werk en thuis. Deze weegschaal moet voor mij in balans zijn.
Mijn lef zit in het kiezen voor bijvoorbeeld welbevinden i.p.v. prestatie. Natuurlijk is het belangrijk dat kinderen uitgedaagd worden en dat ze de juiste leerstof aangeboden krijgen  maar naar mijn  idee mag dat nooit ten koste gaan van welbevinden.
Voor mijzelf geldt dit in zekere mate ook. Ik probeer zoveel mogelijk zaken uit de weg te gaan die ten koste gaan van mijn welbevinden.

Drijfveer
Wat waren de drijfveren uit de vorige generaties?
Terugkijkend op de vorige generaties ligt weer het woordje eenvoud op mijn lip. Ik kom uit een eenvoudig gezin. Ik ben in alle rust opgegroeid samen met twee broers en twee zussen. Ik ben de jongste en alle kastanjes zijn al door mijn boers en zussen uit het vuur gehaald. Iets van leiderschap zie ik wel terug bij mijn moeder. Als haar de gelegenheid was geboden was ze denk ik ook in het onderwijs gegaan.
Mijn moeder kon goed organiseren en in het vrijwilligerswerk een leidende figuur zijn.
In de vorige generaties van zowel mijn vaders- als mijn moeders kant zijn naar mijn weten geen leiderschapstalenten aanwezig geweest.

Eenvoud
Wat is jouw manier van denken en presenteren?
Zoals al eerder genoemd bij de eerste vraag spreekt deze kracht mij erg aan en past dus bij mijn manier van denken en presenteren.
Voor mij is de diepte in gaan met bepaalde onderwerpen moeilijk omdat het waarschijnlijk ook iets bloot legt van je werkelijke innerlijke drijfveren en motieven. Daarnaast hou ik van eenvoudige mensen.
Volgens mij denk ik ook eenvoudig en direct en zijn mijn presentaties zowel schriftelijk als mondeling niet moeilijk of ingewikkeld. Dit past bij het onderwijs wat ik heb gegeven aan de kinderen in de speciale basisschool.
Ik kan me voorstellen dat mensen mij oppervlakkig vinden en wel eens mijn echte mening zouden willen weten. 

Uniciteit
Hoe ontwikkel jij je uniciteit?
Deze vraag is makkelijk te beantwoorden. Ik wil deze uniciteit graag ontwikkelen door vooral mijzelf te blijven en geen rol te spelen. 

Loslaten.
Welke verdieping zoek je in je persoonlijk meesterschap en wat ga je loslaten.
M.b.t. persoonlijk meesterschap kan ik mijzelf wel een aantal vragen stellen n.l.:
* Heb ik werkelijk liefde voor mijn vak ?
* Zoek ik steeds naar nieuwe kennis rondom mijn vak?
* Stel ik mezelf steeds weer doelen?
* Train ik mezelf om steeds beter te worden?
* Ben ik geconcentreerd met mijn vak bezig?
* Organiseer ik directe feedback die me inzicht biedt in de verbetering van mijn prestaties?
* Draag ik er aan bij dat het team een goede sfeer heeft die verbeteren mogelijk blijft maken?
Niet alle vragen kan ik met een volmondig ’Ja’ beantwoorden. Hier is dus werk aan de winkel.
Wat ik graag los wil laten is mijn onzekerheid en door aan de slag te gaan met de bovenstaande vragen los ik dit al voor een groot deel op.

Passie
Waar ligt jouw passie?
Hoe wordt dit zichtbaar?
Mijn passie ligt niet zozeer in mijn werk maar in mijn hobby’s.
Deze hobby’s zijn belangrijk om mijn werk te doen.
Deze hobby’s zorgen ervoor dat ik afstand van mijn werk kan nemen als dat nodig is.
Uit deze hobby’s haal ik energie en welbevinden.
Door deze hobby’s kan ik creatief en scherp denken.
Als ik binnen mijn werk de passie moet aangeven, dan zou dat het omgaan met mensen en dan vooral met de kinderen, ouders en teamleden. Zij stimuleren mij om mijn werk goed te doen. Zij geven mij de ruimte om verantwoordelijk te zijn en van die verantwoordelijkheid geniet ik.

Vreugde
Welke vreugde beleef jij in je leiderschap?
Zoals in de vorige kracht al enigszins aangeven geniet ik van de onder mijn verantwoordelijkheid tot stand gekomen verbeteringen en positieve veranderingen.